
30 mrt Kinderen en emoties. Hoe werkt dat toch en wat moet je doen?
Ouders, kinderen en jongeren komen voor therapie bij mij met de vraag: “ik wil leren om minder snel boos te worden”. Bij mezelf merk ik vaak wat ongemak als ik deze vraag hoor. Er ligt zo’n taboe op boosheid en verdriet, zeker als het om kinderen gaat. Alsof kinderen en jongeren hun emoties onder controle moeten hebben. Natuurlijk is het voor het kind prettig als hij enig grip op zichzelf en op de wereld om zich heen ervaart. Maar de emoties die er zijn staan ergens voor. Dat klinkt wat vreemd in de oren. Ter verduidelijking; het is niet voor niets dat kinderen emoties ervaren en deze uiten.
We kijken naar interne en externe prikkels die hierin meespelen. Denk bij interne prikkels onder meer aan de fysieke gesteldheid van een kind, een groeispurt, (hoog)gevoeligheid en een filter die moeilijk prikkels verwerkt. Bij externe prikkels gaat het om felle TL-buisverlichting in de klas, drukke speelplekken zowel binnen als buiten, labeltjes in kleding en een zoemende koelkast in huis. Bij beide prikkels zijn nog talloze voorbeelden te bedenken. Als in de prikkelverwerking iets bij het kind uit balans is, ondervindt het kind een andere staat van “zijn”. Het wil niet zeggen dat het meteen leidt tot emoties als boosheid of verdriet, maar het speelt zeker mee in hoe het kind zich voelt en hoe hij zich kan verhouden tot zijn buitenwereld.
Als in de prikkelverwerking iets bij het kind uit balans is, ondervindt het kind een andere staat van “zijn”
Niet te vergeten zijn we als ouder zelf voorbeeld in het omgaan met emoties. Mogen, kunnen en durven wij emoties toe te laten? Hoe verhouden we onszelf tot emoties van verdriet, boosheid, angst, paniek of frustratie?
Als kinderen worstelen met het omgaan met emoties, dan zie ik doorgaans een parallelproces bij ouders die ook stoeien met het omgaan en uiten van emoties. Niet vreemd in een maatschappij waarin we ons zelf al jaren leren om sterk te moeten zijn van buiten. Zeker als we teruggaan naar vorige generaties die veel moeilijke situaties hebben verdrongen om zo te kunnen overleven en verder te gaan met het leven. Denk ook aan traumatische gebeurtenissen. Het verdringen van moeilijke situaties brengt je uit contact met je binnen- en buitenwereld. Is dat niet wat we nu nog steeds wel eens van onze kinderen vragen? Is dat wijsheid of mogen kinderen zijn zoals ze zijn? Dat betekent hun verdriet, frustratie, onmacht en boosheid uiten, waarbij wij als ouder voor hen klaar staan. Dit vraagt van ons als ouder om te “zijn” met de emotie van je kind, geduld te hebben en te bewaren en zacht te zijn als het onszelf even niet lukt.
Nog steeds hebben kinderen dan iets te leren in het omgaan en uiten van emoties. Maar de leerweg is anders. Het is een gezamenlijke leerweg van kind, ouders en andere belangrijke volwassenen in het leven van het kind. Als volwassene leren we dus kijken achter het gedrag van het kind.